Van een ons onbekende bezoeker kregen we onderstaande impressie toegestuurd. Herman Slurink uit Zwartsluis wil als een pelgrim alle oude Friese en Groninger kerken bezoeken en beschrijven. Zijn bezoek aan Eenum en Oosterwijtwerd, januari 2024, verschijnt nu in zijn woonplaats in het Kerstnummer van de regiokrant.
Voor de eeuwigheid bestaat geen tijd fluistert het in mijn hoofd, terwijl een straffe oostenwind de horizon schoonveegt en het eerste daglicht zich dieprood uitstrekt. Een mens doet zichzelf wat aan op dit vroege uur, maar gaandeweg went de kou en ervaar ik een rilling van genot. Het beetje vers gevallen sneeuw wordt over het vlakke land weggeblazen en vormt op een enkele luwe plek een dunne deken. Het voelt als een pelgrim, wandelend door de eeuwen in een leeg land, oog in oog met een nog roodgloeiende opkomende zon, en dat is de bedoeling. Het doel van deze zelfgekozen ‘marteling’ is de Mariakerk in Oosterwijtwerd. Het is één van de oudste bakstenen kerken van Groningen en dateert van de 12e eeuw. Deze parochiekerk is een tijdlang kloosterbezit geweest: in de 15e eeuw van het Johannieter klooster te Oosterwijtwerd, en van 1476 tot 1609 van het klooster te Oosterwierum.
De auto staat geparkeerd aan de voet van de kerk in Eenum (13e eeuw) en ik heb ruim drie kilometer te gaan. Samen met de opwaaiende lichte vlokken dwarrelen allerlei gedachten en beelden mee van voorgaande reizen en wandelingen. Het was februari 1986 toen we de Cathédrale Notre Dame de Chartres (12e eeuw) in Frankrijk bezochten. Tegelijkertijd werd in Friesland de veertiende Elfstedentocht gereden die voor de tweede keer werd gewonnen door streekgenoot Evert van Benthem. Ook in Chartres had het gesneeuwd en het vroor dat het kraakte. In de kerkvloer bevindt zich het grootste nog bestaande en 800 jaar oude kerk-labyrint. Daar in het centrum te staan, omringd door ruim 4000 eeuwenoude beelden en 170 originele gebrandschilderde ramen wekte iets in mij. Dat ‘iets’ bleek het begin van een bijzondere levensreis waarvan het einde nog niet in zicht is en waarvan het labyrint het dragende en rustgevende symbool is geworden. Een symbool voor de pelgrimsreis van de ziel of voor de levensweg van ieder mens.
Dat mijn weg op deze koude, maar zonnige 9e januari van dit jaar naar de Mariakerk leidt heeft een reden. Enkele jaren geleden passeerde ik de kerk op weg naar een ander doel. De deur was open en ik keek er even binnen. Voor de ingang zag ik een labyrint uitgesneden in het grasveld. Op de vloer in het koor vond ik deze uitgetekend. Tevens was ik onder de indruk van de drie rouwkassen en het monumentale zandstenen epitaaf in het koor dat als mausoleum van de familie Ripperda functioneert. Ik was stellig van plan hier terug te komen. Nu is het zover.
Alle wegen leiden naar het hart van het labyrint
Het dorp, dat ongeveer 150 inwoners telt, is nog in ruste en dat lijkt hier altijd zo te zijn, dag en nacht. Rond de 14e eeuw was dit wel anders. Toen verhuisde het beeld van de ‘Moeder van Smarten’ van Appingedam naar Oosterwijtwerd en werd dit kleine dorp een bedevaartplaats. Maar dat was toen.
Ik sta voor het dun besneeuwde labyrint voor de ingang van de kerk. Witte sneeuw als symbool van de Maagd. Veertig jaar als een dag. De afstand tussen de Onze Lieve Vrouwe, ofwel Moeder Maria, van Chartres en de Mariakerk van Oosterwijtwerd wordt overbrugd in een gedachtenflits. De beroemdste reliek in de OLV van Chartres is een kleed of sluier, het ‘Kleed van de Maagd Maria’ genoemd. Volgens één van de legendes droeg Maria dit kleed tijdens de annunciatie en ook tijdens de geboorte van Christus. Ik laat het mysterie graag het mysterie.
Ik volg de structuur, de weg, en in gedachten stijg ik op tot ver boven deze plek en overzie alle voorgaande zwerftochten langs de oneindig vele historische plekken, en ontwaar eenzelfde alles overstijgend kosmisch labyrint. Een weg van groei, van lief en leed die via allerlei omzwervingen leidt naar deze plek, het centrum van Nu. De wereld staat in brand, maar hier is het stil. Het is al ruim dag, maar deze stilte voelt als de Stilste Nacht.
Bij Maria thuis: het Licht kwam in de duisternis” …en gaat nooit meer weg
De deur staat hier altijd open en wat een wonderlijke binnenkomst. De lage zon werpt een sfeervol licht over het huiselijke, ogenschijnlijk oubollige interieur. Hierdoor ontstaat meteen een intieme sfeer alsof meerdere gelijkgestemde zielen je opwachten. Vanaf een icoon in het koor heten Maria en het Kind mij van harte welkom. Ze houdt de kleine stevig tegen zich aangedrukt, dat is wel nodig in deze tijd. Een paar flikkerende kaarsen doen haar ogen telkens oplichten. Tegelijkertijd valt het licht van de lage zon in één heldere bundel op de nog aanwezige Kerststal in de donkere noordwand. Je blik wordt er als vanzelf naar toegetrokken. Het moet niet gekker worden zegt mijn nuchtere verstand, toch laat ik mij meevoeren in dit mysterieuze spel dat zich voor mijn ogen voltrekt. “En het Licht kwam in de duisternis” ….en is daarna nooit meer weggeweest voor wie dit wil zien.
Thuis bij Maria, zelfs de os en de ezel hebben een plek naast de overhuifde herenbank met het alliantiewapen Ripperda-Ripperda. Deze dateert uit de 17e eeuw net als de preekstoel met klankbord die in 1666 werd gemaakt. Kerst is voorbij, maar alles in dit nieuwe jaar ademt Kerst. De ‘Stille Nacht’ vind je hier ook bij dag. Dit is ook de reden dat ik dit verslag heb bewaard en nu pas deel.
Door het verschuiven van de schaduwen lijkt het alsof steeds meer lichtende zielen plaatsnemen. Tijdloosheid maakt zich van de ruimte meester in een mysterieuze zwijgzaamheid. Langzaam verschuiven de beelden en valt mijn oog op een…….thermoskan, gevuld met hete koffie. Vanaf de icoon straalt een glimlach, welkom thuis. Ik knijp in mijn arm en constateer dat ik leef. Als enige levende ziel in deze wonderlijke huiselijke sfeer schenk ik mij een beker in en neem plaats in de ouderlingenbank, voor even het centrum van mijn persoonlijk labyrint. Zal het van origine gebouwde huisorgel van Christian Müller (1744) nog het ‘Ave Maria’ van Bach doen horen? Vandaag lijkt alles mogelijk.
Wat trekt mij toch zo aan in deze oude stenen? Hunebedden, menhirs, kapellen en kerken en wie weet wat er na ons komt….ooit zullen er mensen naar de resten van deze gebouwen kijken en onze spiritualiteit en godsdienst vreemd vinden, net als velen raadselachtig kijken naar die oude mysterieuze stenen van Stonehenge en Carnac. Wat denken wij nu meer te weten dan wat men toen wist? In ieder geval getuigen al deze stenen monumenten van een besef dat er meer in het heelal is dan wij begrijpen kunnen, dat het leven méér is dan geboren worden, opgroeien, kinderen verwekken, werken en sterven. Op een of andere wijze ontroert mij dit. Het brengt mij terug bij dat ‘Iets’ dat mij op weg hielp in het centrum van het labyrint van Chartres.
Ook in die lang voorbije eeuwen, de oude tijd, was er een visie op zinvol en zinloos, er was oog voor geheimen en mystiek en bovenal een enorme kennis en inspiratie om dergelijke bouwwerken tot stand te brengen. Jarenlang hebben mensen gezwoegd voor wie deze heiligdommen misschien wel het belangrijkste waren in hun leven. Allerlei gedachten van hoop en vrees leefden in hun hart en liggen opgeslagen in deze oude stenen. Nu lijkt het soms dat dit allemaal voorbij is. Daarom zwerf ik rond deze oude kerken om het gevoel en de beleving van het mysterie opnieuw te delen, te zaaien. Mijn thema is dan ook “Waar de preek stokt, spreekt de stilte”, en ik merk dat de behoefte aan stilte en verinnerlijking toeneemt.
Geweldig dat er stichtingen zijn als Groninger Kerken en Alde Fryske Tsjerken, die zich ontfermen over deze plekken van stilte en bezinning. Zoek maar eens naar “Het Ziltepad”, een prachtig initiatief van beide stichtingen in samenwerking met “Visit Wadden”. Dank ook aan al die vrijwilligers, de sleutelbewaarders die actief zijn bij het open houden van de kerken, hun aandacht en de thermoskan. Mijn blik gaat nog één keer naar de icoon aan de wand en met een stille groet sluit ik de deur achter mij, de weg gaat voort. Ik wens alle lezers vredige Kerstdagen toe en dat het Licht van Kerst ieders WEG in 2025 mag verlichten.
Herman Slurink. Zwartsluis – Oosterwijtwerd, 09-01-2024.